'Kies je raadgevers zorgvuldig'. Dat was het advies van mijn therapeut in de periode dat mijn man opgenomen was vanwege…
In het licht
Ze móest het weten. Niet weten – en dus overgeleverd zijn aan haar eigen fantasieën van wat gebeurd zou kunnen zijn – maakte haar gek. Ze wilde het weten. Alles. Elk detail. Elke ontmoeting, iedere plaats, elke aanraking en elk woord dat gezegd was.
En hij vertelde. Hij beantwoordde elke vraag die ze had. Elke nieuwe vraag die erop volgde. En die daarop volgde. De schaamte over wat hij gedaan had, werd iedere keer groter. Hij zag de uitwerking die het op haar had: elke nieuwe zin was als een dolksteek in haar hart. Hoe kon hij alle details van zijn ontrouw onthullen aan degene die hij trouw beloofd had? Hoe kon hij al die schaamtevolle dingen aan het licht brengen terwijl hij wist dat elke nieuw onthulling de afstand tussen hen groter zou maken? Hij verlangde ernaar om vooruit te kijken, om te gaan werken aan een nieuw leven, om niet meer geconfronteerd te worden met al die afschuwelijke dingen die hij zo graag achter zich wilde laten. Maar dat kon niet. Het móest besproken worden. Het moest aan het licht gebracht worden. Hij móest het vertellen. Elk detail, elke ontmoeting, iedere plaats, elke aanraking en elk woord dat gezegd was.
Nu leugens en ontkenning zijn daden niet langer maskeerden, stond alles in het volle licht. Hij zag haar walging, haar verbijstering, haar ongeloof. Hij merkte hoe langzaam maar zeker tot haar doordrong dat het echt waar was. Dat al deze dingen écht gebeurd waren. Dat deze realiteit voortaan deel zou uitmaken van haar leven en hun relatie. En toen kwam de pijn, haar intense verdriet en enorme woede. Als een toeschouwer zag hij hoe ze in de weken die volgden steeds dieper in de put raakte. Zo diep dat hij er niet meer bij kon, al zou hij het willen. Hij zou alles wel willen geven om het ongedaan te maken, om het verleden uit te wissen, om terug te gaan in de tijd en ándere keuzes te maken. Hij zou in haar plaats in die put willen stappen, zodat zij er weer uitkan. Maar niemand kon meer bij haar komen. Machteloos kijkt hij toe.
Zij is daar alleen. Ze wil niets liever dan in een diepe slaap vallen, niet meer voelen, niet meer nadenken, niet meer iedere keer opnieuw geconfronteerd te worden met die vreselijke film die ieder moment van de dag aan haar voorbijtrekt. Ze wil de woede niet meer voelen in haar lijf, en de walging en de enorme pijn. Ze wil oplossen in die diepe, donkere put, eindeloos slapen, sterven… Ze kan niet verder meer denken dan hier en nu. De put. De modder. De pijn. Soms als ze omhoog kijkt, ziet ze een rondje daglicht in de verte. Ze kan zich nauwelijks meer voorstellen dat ooit zij daar stond; in het licht, in het volle leven. Ze kan zich niet meer voorstellen dat er ooit nog iets anders zal zijn dan deze put. Moedeloos, wanhopig is ze als ze bedenkt dat het nooit meer beter wordt dan dit. Overal om haar heen is pijn, bagger, beelden, ellende en ze is op. Helemaal op.
De details van wat hij verteld heeft cirkelen maar rond in haar hoofd. Zelf ‘s nachts komen ze terug in de vorm van nachtmerries. En iedere keer als ze haar man aankijkt, begint de film zich af te draaien en ziet ze alleen nog maar de dingen die hij gedaan heeft. Hoe zou ze ooit nog normaal naar hem kunnen kijken? Hoe zou ze ooit níet kunnen denken aan de dingen die hij deed. Hoe zou ze ooit weer kunnen liefhebben, vertrouwen, intimiteit ervaren als alle details van zijn ontrouw als een dikke muur tussen hen in blijven staan? Als ze haar zelfs overspoelen en elk teken van verandering en elk lichtpuntje van hoop met hun overweldigende kracht teniet doen?
Ze kan niet meer. Ze is gevangen. Gevangen in het verleden, in de details, in zijn ontrouw. Ze kan geen kant meer uit. Ze dwingt zichzelf om omhoog te kijken, naar het piepkleine rondje licht dat ze nog nauwelijks kan waarnemen. Zou het waar zijn? Zou het waar zijn dat Jezus niet alleen gestorven is voor haar zonden, maar ook voor haar pijn? Zou het waar zijn dat Hij in staat is haar wonden te genezen en de beelden in haar hoofd weg te nemen? Is er een weg omhoog; uit die put en naar het licht toe? Langzaam maar zeker wordt het duidelijk: alle details, alle filmbeelden in haar hoofd, de herinneringen aan alles wat haar me afschuw vervuld, al haar pijn mag ze gaan loslaten in het vertrouwen dat Jezus het van haar overneemt.
Samen zitten ze daar. Aan de voet van het kruis. Dicht bij elkaar. Dierbare vrienden luisteren aandachtig en bidden met hen mee. En dan vertelt ze alles: de data, de ontmoetingen, de gebeurtenissen, de aanrakingen, de woorden. Precies zoals het zich heeft vastgezet in haar hoofd. Hij houdt haar hand stevig vast terwijl ze alle details aan het licht brengt. En hij blijft haar vasthouden als ze in zijn armen huilt en ze samen alles neerleggen aan de voet van het kruis. Er valt een last van haar schouders. Ze voelt een diepe vrede in haar hart. Ze kan weer ademhalen en eindelijk, eindelijk is er weer hoop. Hoop op een leven buiten die put, hoop op genezing van haar wonden en hoop op herstel van de relatie met de man met wie ze zich verbonden weet. Het licht breekt langzaam door. Het licht van Gods genade die dieper reikt dan haar put en groter is dan al haar herinneringen.
Anita