'Kies je raadgevers zorgvuldig'. Dat was het advies van mijn therapeut in de periode dat mijn man opgenomen was vanwege…
Je man als lotgenoot
Je bent geroepen om vrij te zijn.
Ik vind dit één van de meest intrigerende zinnen uit de Bijbel. Je kunt deze zin vinden in Galaten 5. Afgelopen zondag hoorde ik hem weer eens in onze kerk: geroepen om vrij te zijn. Wauw. Eigenlijk kan ik er niet over uit. Zijn we hier niet allemaal naar op zoek: naar vrij zijn? Stel je voor: helemaal los van alles. Nergens aan gebonden. In ons huis hebben we een prachtige poster die dat heel mooi illustreert. Een vrouw boven op een rots met haar armen wijd uitgestrekt: vrij!!
Verslaving is het tegenovergestelde daarvan. Verslaving is onvrijheid. Gebonden zijn. En ook daarvan krijg ik meteen een plaatje in mijn hoofd. Boeien aan je armen, je benen. Gevangen. Al een aantal keer ben ik er de laatste tijd van vrij dichtbij getuige van geweest. Van iemand die in diepe nood is omdat die gebondenheid zo zwaar op hem drukt. Iets verafschuwen, ervan walgen, en het tóch doen. Steeds weer opnieuw. Wat een strijd is er dan. In jezelf. En vooral ook met God. Hoe kun je Hem in de ogen kijken wanneer je weer gevallen bent? Wat is het moedig als je dan tóch iedere keer opnieuw die weg naar Hem weet terug te vinden.
Sta je daar wel eens bij stil, als partner van een verslaafde? Hoe die gebondenheid wellicht is voor je partner? In de periode dat mijn man verslaafd was, stond ik daar – eerljk gezegd – nog geen seconde bij stil. Hij was verslaafd en ik ondervond daarvan de gevolgen. Dat maakte me vooral woedend, controlerend, aanpassend, zorgend, dreigend. Maar nooit meelevend. Pas veel later ben ik de nood van de verslaafden zelf veel meer gaan zien. Niet omdat ik ze zielig vind, of ze bestempel als een soort slachtoffer, of verslaving zie als een ziekte waar diegene zelf niets aan kan doen. Maar wél omdat ik inmiddels met verschillende mannen gesproken heb die enorm hebben geleden onder het ‘slaaf zijn van’. Die het niet wilden, en het tóch deden. Die geloofden in vrijheid in Christus, maar nooit begrepen hoe ze vrij konden blijven. Die worstelden met zichzelf en met God. Die er zó naar verlangden om vrij te zijn, en daar – uiteindelijk – alles voor over hadden.
De tekst uit Galaten doet me beseffen dat al onze mannen zijn geroepen om vrij te zijn. Besef je dat? God heeft nooit gewild dat zij gebonden zaten aan porno, ontrouw en fantasieën. Zijn plannen met hen zijn zoveel meer, groter beter en mooier. En als je dat weet, kun je daar dan naar verlangen? Kun je daar om bidden? Niet alleen maar, omdat zijn verslaving jou zoveel pijn doet, maar ook gewoon voor hemzelf? Omdat je het hem zo gunt dat hij werkelijk vrij komt van alles wat hem gebonden houdt? Omdat je weet dat zijn verslaving niet alleen gevolgen heeft voor jou, maar ook voor hemzelf? Omdat je beseft dat God oneindig veel van hem houdt, en hem roept tot een heilig leven? Durf je zo te kijken? Zo te denken?
En durf je die zin ook op jezelf toe te passen? ‘Ik ben geroepen om vrij te zijn’. Ongeacht je situatie, je verleden, je gevoelens of wat je man al dan niet doet: jij bent geroepen om vrij te zijn! God wil je vrij maken van alles waar jij aan vast zit. Kijk het rijtje in Galaten 5 maar eens na. Er is zoveel meer dan alleen porno (ontucht) waar je aan vast kunt zitten. Wat dacht je van woede, jaloezie, geruzie, vijandschap. Het is duidelijk hè. Ook wij zijn groepen om vrij te zijn, ook wij mogen aan de slag met de gebondenheden waar wij aan vast zitten en leren om in vrijheid te leven.
En dan? Is onze vrijheid (of de vrijheid van onze mannen) het uiteindelijk doel? Is dat alles waar we naar mogen verlangen? Hij vrij, jij vrij. Nee, Galaten 5 is ook daar duidelijk over. Die vrijheid is bedoeld om te dienen in liefde. En dat kunnen we alleen als we ons laten leiden door de Geest. Ons oude ik, onze begeerten en alles wat met ons ‘aan de haal kan gaan’ mogen we afleggen, bij het kruis achterlaten. Weg ermee. En iedere keer opnieuw mogen we de keuze maken om ons leven te leven met en voor Hem. Niet mijn eigen ik, mijn gevoel, mijn boosheid, mijn angst heeft het voor het zeggen, maar Hij! Dat gaat niet vanzelf. Dat kost strijd. We willen het vaak wel, maar we doen het niet. We weten wel dat we in vrijheid en liefde mogen leven, maar het gaat zo vaak weer mis.
En hé, lijken we daar niet op onze mannen die worstelen met verslaving? Strijden we als mensen eigenlijk niet allemaal? Zij met hun verslaving en wij met onze gebondenheden? We hebben het toch allemaal nodig om te leren om te leven in vrijheid en vervolgens te dienen in liefde? Als je dat tot je door laat dringen, dan kun je bijna niet meer spreken van ‘slachtoffers en daders’, dan word je lotgenoten van elkaar.
Anita
Galaten 5: 13-22
13 Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde, 14 want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ 15 Maar wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden. 16 Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten. 17 Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt. 18 Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet. 19 Het is bekend wat onze eigen wil allemaal teweegbrengt: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, 20 afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, 21 afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen. Ik herhaal de waarschuwing die ik u al eerder gaf: wie zich aan deze dingen overgeven, zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God. 22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, 23 zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft. 24 Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn eigen natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen. 25 Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst. 26 Laten we elkaar niet uit eigenwaan de voet dwarszetten en elkaar geen kwaad hart toedragen.
Anita