Skip to content
kruis in blauwe lucht

Op gelijke hoogte

Terwijl de muziek begint te spelen, kijk ik om me heen naar de vele mannen en enkele vrouwen die op deze dag aanwezig zijn. Ik kan het niet nalaten om na te denken over de redenen waarom deze mensen hier zijn, op de jaarlijkse conferentiedag voor seksverslaafden en hun partners. Dan gaat iedereen staan en wordt de tekst van het eerste lied geprojecteerd op een groot scherm. Ik ben er met mijn gedachten nog niet helemaal bij en zing de voor mij zo bekende tekst op de automatische piloot. Ineens valt mijn oog op de regel die ik zonder erbij na te denken aan het zingen ben: ‘nooit konden wij zonder zonden voor U staan’, en ik denk: ‘ja, toepasselijke tekst voor deze dag; mooi dat al die mannen dit lied uit volle borst meezingen’.

Onmiddellijk daarna dringt tot me door welke fout ik heb gemaakt. Er staat geen ‘zij’ , er staat wij: ‘Nooit konden WIJ zonder zonden voor U staan’. Ik schaam me diep, want ik realiseer me dat ik opnieuw gevallen ben voor de ‘wij/zij gedachte’: zij – de mannen die verslaafd zijn of waren, en wij – hun partners. Zij – de daders, wij – de slachtoffers. Zij – de slechten, wij – degenen die het dan toch heel wat beter gedaan hebben. Zij – degenen die gezondigd hebben en vergeving nodig hebben en wij – … ?
Nooit konden wij zonder zonden voor U staan. Dit lied dwingt me opnieuw om het anders te zien: in Gods ogen zijn we allemaal gelijk. Niet alleen mijn man heeft gezondigd tegen God en tegen mij, maar ik heb dat ook gedaan; tegen hem en tegen God. En wie zegt dat mijn hoogmoed, mijn bitterheid en mijn hardheid minder erg waren dan zijn verslaving en ontrouw?
Wat is het dan mooi om, op een dag als deze, juist dít lied gezamenlijk te zingen, want ik heb Gods vergeving net zo hard nodig als hij.

Een vriend van ons probeerde mij dat al eens eerder duidelijk te maken toen hij vertelde over het advies dat hij van zijn oma kreeg op zijn trouwdag: ‘Zorg dat je iedere dag samen bij het kruis van Christus komt’. Ik wist wel wat hij daarmee bedoelde, maar ik kon er niets mee. Het zou betekenen dat we samen zouden bidden, samen vergeving zouden vragen, samen beseffen dat we afhankelijk zijn van God, samen aan de voet van het kruis komen en beseffen dat we Gods genade allebei zo ontzettend hard nodig hebben…. Het zou betekenen dat we op gelijke hoogte zouden zijn, in dezelfde positie; de een niet beter of slechter dan de ander. En juist dát ging zo ontzettend tegen mijn gevoel in.
Ik voelde me namelijk wel degelijk beter dan hij; “kom op zeg: ik was niet degene die…” en dan kon ik het hele rijtje zonden in zijn leven zo opnoemen. Natuurlijk ging ik naar de kerk, maar als ik een preek hoorde, luisterde ik vooral naar wat hij eraan zou kunnen hebben. Als ik de 10 geboden hoorde, vinkte ik in mijn gedachten elk gebod aan dat hij overtreden had. Hij had gezondigd en ik was daardoor automatisch een stuk beter dan hij. En ik maakte de kloof, die door zijn verslaving tussen ons in was komen te staan, met mijn trots alleen maar groter.

En daarom was misschien wel de grootste strijd die ik heb moeten leveren – met mijzelf, met mijn man en met God – de keuze om samen te gaan bidden. Mijn man wilde dat al lang, maar ik kon en durfde het niet. Samen bidden betekent kwetsbaar zijn. Als je samen bidt is er geen ruimte meer voor de hardheid, onverschilligheid en bitterheid die je denkt nodig te hebben om je leven overeind te houden. Samen bidden betekent dat je beiden erkent dat God het is die je leven overeind houdt. Dat Hij (en niet jij) het voor het zeggen heeft in je leven, dat je samen op zoekt wilt gaan naar Gods oplossing voor je problemen en Gods antwoord op je vragen. Ik weet nog precies de dag dat ik mijn trots kon laten varen en wij samen onze nood voor Gods troon brachten. Ik heb vele tranen gehuild vanwege de enorme kwetsbaarheid die dat voor mij met zich meebracht, vanwege het besef dat we op gelijke hoogte stonden en daarmee aangaven dat we beiden afhankelijk waren van Gods genade.
Nog steeds vind ik het wel eens moeilijk, nog steeds verhinderen bittere of trotse gedachten mij wel eens van samen bidden, maar ik ben ervan overtuigd dat het de goede weg is. Samen bidden is een bevestiging van onze verbondenheid met elkaar, en van ons samen met God. Het is het ‘drievoudige snoer’ in de praktijk.

En afgelopen week werd ik daar weer eens bij stilgezet. Ik kreeg een mailtje van een vrouw (*) die mij iets uit haar leven wilde delen. Ze heeft nog maar pas geleden gehoord dat haar man seksverslaafd is en ook is vreemdgegaan. Haar hele leven is op zijn kop gezet en ze is er kapot van. Ze wonen nu tijdelijk apart, maar ze geeft aan dat ze hoop heeft op herstel van haar huwelijk. Haar man is hard bezig om goede stappen te zetten op weg naar een nieuw leven. Eén van de dingen waaruit dat blijkt, omschrijft ze als volgt: “voor het eerst bidden we samen; elke ochtend en avond belt hij mij op om samen met God de dag te openen en af te sluiten”. Het is maar een klein zinnetje tussendoor, maar het raakte me diep. Het laat zien dat deze man niet alleen zijn verantwoordelijkheid als echtgenoot oppakt, maar dat hij ook beseft hoe belangrijk zijn relatie met God is voor hem en voor hen samen, en hoe graag hij dat wil delen met zijn vrouw. Het laat ook iets zien van de bereidheid van deze vrouw om, ondanks haar diepe verdriet en alle onzekerheid, kwetsbaar te durven zijn en samen met haar man de oplossing voor hun huwelijk te zoeken bij God.
Ik weet niet hoe de weg voor deze twee mensen verder zal gaan, maar ik weet wel dat ze de weg beginnen vanaf de beste positie die er mogelijk is: samen aan de voet van het kruis van Christus. Op gelijke hoogte.

Anita

(*) beschrijving en citaat is met haar toestemming overgenomen

Back To Top