'Kies je raadgevers zorgvuldig'. Dat was het advies van mijn therapeut in de periode dat mijn man opgenomen was vanwege…
Verslavende liefde
Ik wil niet verder lezen. Maar ergens toch weer wel.
Ik wil dit confronterende, herkenbare verhaal stoppen. Maar eigenlijk wil ik ook weten hoe het afloopt.
Ik lees het boek ‘De verslavende liefde’. Ik vind het een prachtig boek. En een rotboek tegelijk.
Ik wil het wel uitschreeuwen naar Anne, de hoofdpersoon van het verhaal: ‘Doe je ogen open. Stop met hem te geloven op zijn woord. Ga grenzen stellen. Zie je dan niet dat…!!!’
Maar ik weet dat ik dan eigenlijk tegen mezelf schreeuw. Tegen mijn oude ik. Mijn ik van jaren geleden. Ik was zo’n Anne. En daarom begrijp ik haar keuzes, haar verblindheid, haar meegaandheid, haar totale gebrek aan grenzen. Ik was precies zo.
Als lezer zie je van een afstandje al lang waar dit verhaal naar toe gaat. Het kan niet goed aflopen. Deze twee mensen – de heroïneverslaafde Joao en zijn vriendin Anne – dansen in de afschuwelijke cirkel die verslaving heeft. Híj bepaalt het ritme en de bewegingen, en zij danst met hem mee. Ze is dolgelukkig als hij nieuwe beloftes doet. Ze verdooft haar pijn wanneer de onvermijdelijke terugval weer komt.
Het is bijna onverdraaglijk om te lezen. Hoe kun je zó meebewegen in een verslaving? Hoe kun je zo compleet afhankelijk zijn van iemand die al zijn liefde gericht heeft op iets wat hem én haar steeds verder de vernieling in helpt. Hoe kun je dan blijven? Blijven zorgen, blijven bedekken, blijven aanpassen? Mensen die niet uit ervaring weten wat het is om met een verslaafde te leven, zullen er niets van begrijpen. Ik begrijp het wel. En dit verhaal is als een spiegel. Even kijk ik in de spiegel van het verleden en zie ik mezelf zoals ik jaren was. Het beeld is afschrikwekkend. Ik kan mijzelf nauwelijks onder ogen zien. Was ik dat? Deed ik dat? Hoe heeft het zo kunnen lopen dat ook ik jarenlang heb meebewogen in deze verschrikkelijke verslavingsdans? Hoe is het mogelijk dat ik mijn ogen sloot, mijn pijn verdoofde, de leugens slikte en mijzelf zo verschrikkelijk kwijt raakte?
Het maakt me boos. Niet op mijn man, maar op mezelf. En tegelijk weet ik het wel. Ik kon niet anders. Ik moest wel meebewegen, want niemand had mij geleerd dat er ook een andere dans bestond. Ik kende het alternatief niet, dus ging ik maar door met dansen, met overleven. Ik wist gewoonweg niet wat grenzen waren. En ik wist al helemaal niet dat ik geen willoos slachtoffer was, maar dat ik zelf de vrijheid had om te mogen kiezen.
Ik kijk in de spiegel van jaren geleden. En behalve boosheid, voel ik ook iets bewogenheid. Met mijn ‘oude ik’ en tegelijk met alle ‘Anne’s’ in Nederland. De ‘Anne’s’ tegen wie ik wel zou willen zeggen: ‘Open je ogen, ga de waarheid zien, durf grenzen te stellen. Zet niet het redden van je man, maar God op de eerste plaats van je leven’. Maar Anne’s hebben niet altijd meteen in de gaten dat ze Anne’s zijn. Althans… tot aan het moment van de spreekwoordelijke ‘druppel’ en tot God hen de ogen opent.
Als jij vermoedt dat jij zo’n ‘Anne’ bent, vindt dan de moed om dit boek te lezen.
Wat heb je te verliezen?
Ja, het kan pijn doen, afschuw oproepen en heftig zijn.
Maar weet je, misschien zal het jouw ogen openen. Misschien kan dit boek een spiegel voor je zijn. Een spiegel waarin je ziet hoe je geworden bent. Een spiegel die je de gevolgen van de dans gaat laten zien. Waardoor je de moed en de wil vindt om een nieuwe weg in te slaan, een weg van herstel, van vrijheid. Van worden wie je ten diepste bedoeld bent.
Anita