'Kies je raadgevers zorgvuldig'. Dat was het advies van mijn therapeut in de periode dat mijn man opgenomen was vanwege…
15 jaar later
Met een enorme klap smeet ik de autodeur achter me dicht en vanuit de grond van mijn hart schreeuwde ik het uit: ‘wat een ongelofelijk rotleven heb ik!!’.
Ik had net afscheid genomen van mijn man, en dat was heftig geweest. Na jaren redden, hopen, controleren, bemoedigen, beschuldigen, liefhebben en wanhopen was ik aan het eind van mijn latijn en van mijn vertrouwen. Hij trouwens ook. En daardoor was er nu de opname in De Hoop. 6 weken zouden we elkaar helemaal niet zien of spreken en daarna zou hij daar nog maanden blijven, terwijl ik thuis was bij de kinderen. Na een rondleiding namen we afscheid van elkaar; voor mij het ultieme moment van loslaten. Het voelde als falen. Ik had hem niet kunnen redden, het was nu aan hem, aan de mensen van De Hoop, aan God. Ik liet hem los, liet hem daar achter, niet wetend of het ooit nog goed zou komen tussen ons, en of ik dat eigenlijk nog wel wilde. En terwijl ik terugliep naar de auto, waar mijn vriendin al op me zat te wachten, leek het wel alsof alle frustraties van al die lange jaren er nu uitkwamen. Vandaar die klap, en die schreeuw. En daarna mijn tranen en haar troostende armen en gebed.
Zij was er ook, korte tijd later, op de dag dat we 10 jaar getrouwd waren. Twee rode rozen had ze bij zich; een teken van de hoop die zij nog had, op een moment dat ik er nauwelijks meer in kon geloven.
En nu staan we hier; precies 15 jaar later, en zeer binnenkort dus 25 jaar getrouwd. En dat gaan we vieren. Natuurlijk gaan we dat vieren! Er is reden voor een feest. Want wat eens zo kapot en wanhopig leek, is geheeld op een manier die wij niet voor mogelijk hadden kunnen houden. De verslaving ligt alweer jaren achter ons; de wonden zijn geheeld, de herinneringen vervagen. Oude patronen zijn aangepakt en het vertrouwen is weer terug!
‘Is alles dan weer normaal; net als vroeger?’ vragen mensen me wel eens. Maar nee, dat is niet mogelijk. Er is een nieuw ‘normaal’. Juist door alle ellende heen, zijn wij gegroeid, hebben we dingen ontdekt en geleerd. We zijn niet hetzelfde als toen. Of eigenlijk zijn we meer onszelf dan toen. Meer ik. Meer hij. En daardoor meer samen. En samen hebben we het goed. Meer dan goed. Dat gaat niet vanzelf. We investeren in elkaar en in de tijd samen, juíst omdat we weten dat de ander niet iets vanzelfsprekends is. En natuurlijk is het niet perfect. Ook wij lopen tegen dingen aan, hebben wel eens strijd en zijn nog steeds aan het groeien en leren.
Maar ik ben ongelofelijk dankbaar voor wat we nu hebben met elkaar, en wat we samen hebben met onze kinderen. Ik ben ook dankbaar voor al die hulpverleners die ons indertijd zo goed hebben geholpen. Voor die predikanten en pastoraal werker die om ons heen stonden, de vrienden die er altijd waren en voor familie die ons hielp met de praktische dingen. En ik ben ook zo dankbaar voor mijn man. Juist door het werk dat ik nu al jaren doe voor Kostbaar Vaatwerk, zie ik steeds meer de enorme strijd van iemand die verslaafd is. Loskomen van zo’n gevangenis is niet zo eenvoudig als ik toen dacht. Ik ben blij met hem en zo dankbaar dat hij de moed en de bereidheid had om hulp te vragen, om oude pijn en patronen onder ogen te zien, om open en transparant te worden, om er alles aan te doen om mijn vertrouwen weer terug te winnen en om nog zoveel meer andere dingen. En samen zijn we zo dankbaar voor onze hemelse Vader, die ons beiden droeg, bemoedigde, de weg wees, liefhad en genas.
Here we stand
at a crossroads again
like you said
in time the seasons change
Looking back
we recall the blessing and the pain
But now we turn our hearts toward
what is still to come
We want to dream again
Lead us Lord
into a life of fruitfulness
Prepare our hearts to risk again
As we trust
taking simple steps of obedience we know
that you will lead us Lord
(Lead us Lord, Brian Doerksen)
Anita