Skip to content
mountainbiker in het bos

De turbostand

De tijd dat we tijdens vakanties met onze drie kinderen gezellige wandelingen konden maken langs indrukwekkende watervallen, grote mierenhopen of rustig kabbelende beekjes ligt alweer enige tijd achter ons. Met drie (bijna) pubers in huis moeten de vakanties vooral actief zijn. Niet suf wandelen dus, maar op een hoogte van 25 meter door bomen slingeren, angstig in de gaten gehouden door hun met beide benen op de grond blijvende moeder. Of, gekleed in beschermpakken en felgekleurde helmen, van supersnelstromende rivieren afduiken. En ja, ook dat liet deze moeder welwillend aan haar voorbij gaan. (Er moet immers iemand zijn die de foto’s en filmpjes maakt, niet waar J.)

Toen echter ook mountainbiken dit jaar opnieuw op het programma stond, kon mams niet meer aan de kant blijven staan. Met herinneringen aan de supergave mountainbiketocht van vorig jaar, had ik me al verheugd op een aangename middag. Alleen…ik had er geen rekening mee gehouden dat we dit jaar op een andere locatie zouden starten. Een andere locatie betekent een ander parcours. En een ander parcours betekende in dit geval: klimmen. Een paar honderd meter stijging lijkt niet veel. Op papier dan. In de praktijk is het een heel ander verhaal. En dan helemaal als dat klimmen niet geschiedt op een aangenaam Hollands fietspad, maar op hobbelige bergweggetjes in Frankrijk, vol met grote stukken steen en vervelende boomwortels. Maar ach, je hoort mij niet klagen. Terwijl man en kinderen de berg op zwoegden op hun stoere, gehuurde mountainbikes, zwoegde ik net even een tandje minder op mijn (jawel) electrische mountainbike. Nooit geweten dat die bestonden, maar – gelukkig, gelukkig – de Franse fietsverhuur was van alle moderne gemakken voorzien!

Ik zette mijn e-mountainbike in de laagste stand (er moest nog wel iets te zwoegen oveblijven) en wist de oudste twee aardig bij te houden. Bergje op werd dat al snel een ander verhaal. Tót ik de turbostand ontdekte en tja, toen kon ik het natuurlijk niet laten om zo af en toe breed grijzend de twee zwoegend jongens in te halen. Tjonge, dat ging makkelijk zeg. Zo’n turbostand is fantastisch. Zo wordt een, normaal gesproken, behoorlijk zware fietsroute wel heel erg eenvoudig.

Omdat ik alle tijd had om mijn energie te wijden aan andere dingen dan het beklimmen van de berg, gingen mijn gedachten al snel alle kanten op. Temidden van de mooie Franse natuur word je dan als vanzelf een beetje filosofisch…
Want kijken wij ook niet vaak op deze manier naar het leven en naar onze problemen? Naar onze bergen? Eigenlijk willen we toch allemaal liever met de elektrische motor – en dan het liefste in de Turbo stand – door onze bergen heen? Het moet niet te zwaar zijn. Niet te moeilijk. Niet teveel pijn doen. Niet te lang duren ook. We willen die easy-way out. Ja, we moeten die berg bedwingen, maar dan wel snel. Dan hebben we dat gehad.

Maar ja, zo gaat het in het leven nou eenmaal niet. Er is geen elektronisch hulpmiddel voor problemen. We moeten het zelf doen. Het kost zweet, inspanning, pijn, moeite. We hebben uithoudingsvermogen nodig, moed en volharding. Niet opgeven, maar doorgaan, volhouden, denkend aan het einddoel.  En gedurende al dat zwoegen mogen we weten dat God er bij is.

Over God gesproken. Zou het zo zijn dat we soms (of vaak ?)  van Hem verwachten dat Hij zo’n elektrische motor is?  Dat Hij er wel even voor zorgt dat het gemakkelijk en minder zwaar wordt.  Dat Hij ervoor zorgt dat we – net als ik op mijn e-bike – lachend en ontspannen die zware berg op kunnen. Dat het gewoon makkelijk gaat? Ik vraag me af of dat Zijn bedoeling is. Of we dat kunnen verwachten. God neemt je niet alles uit handen. Hij wil dat we zelf aan de slag gaan, zélf die berg op gaan, de pijn voelen, en volhouden. En terwijl we dat doen, is Hij erbij. Om te steunen, aan te moedigen en bij te staan.

Ik moest daar aan denken toen ik mijn man met onze dochter op die berghelling zag. Alhoewel ze vastbesloten was om niet op te geven, was de tocht eigenlijk te zwaar voor haar. Soms kon ze echt niet meer, vooral op die moment dat het pad maar omhoog bleef gaan. Als er geen einde aan leek te komen en haar kracht op was. Ze keek dan mijn man aan, die naast haar fietste. Hij moedigde haar aan om het vol te houden, hij vertelde haar dat ze het kon, en dat hij vlakbij zou blijven fietsen. En soms, als het echt te zwaar was,  dan stapte ze van haar fiets af, en hij deed dat dan ook. Ze liepen dan samen dat zware stuk tot de route weer wat vlakker werd. En toen haar ketting van de fiets afvloog, was hij er onmiddellijk bij om de ketting er weer op te zetten. Hij was er gewoon voor haar, en het was prachtig om dat te zien, hij hielp haar om het vol te houden.

Ik vind dat een mooi beeld van God, want zo is Hij toch ook. Hij moedigt je aan, loopt met je mee, en helpt je weer verder. Als je denkt dat de tocht op jouw berg te zwaar is. Als de pijn al zo lang duurt en je niet weet of je het vol kunt houden. Als het lijkt of de verslaving maar niet overwonnen kan worden. Kijk gewoon maar naast je. Kijk Hem aan. Hij is er.

Anita

Back To Top