Skip to content
zonsopomst

Schrikken

’s Morgensvroeg, half 7. Met een nog slaperig hoofd zet ik mijn laptop aan. Straks zullen we ontbijten en op weg gaan naar de locatie waar we vandaag weer een echtparendag gaan houden. Ik ben benieuwd naar wat deze dag zal gaan brengen en check eerst nog even mijn mail. Zijn er nog vragen van deelnemers? Een allerlaatste aanmelding misschien? Ik zie dat er een mail binnen is gekomen van het echtpaar dat vandaag hun getuigenis zou houden. Als ik hun zorgvuldig geschreven woorden tot me laat doordringen, schrik ik een beetje; ze kunnen er niet bij zijn vandaag. Wat nu?

In gedachten ga ik alle namen van medewerkers langs om meteen te concluderen dat we het niemand aan kunnen doen om op het allerlaatste moment hun verhaal te houden vandaag.  En daarnaast: bijna alle medewerkers hebben hun verhaal al eens verteld op een echtparendag. Allemaal…. Behalve mijn man en ik. Toen wij jaren geleden voor de zoveelste keer ons verhaal vertelden voor een grote groep mensen namen wij het besluit dat dat de laatste keer was. Het was goed zo, vonden we. Zouden wij nu toch…? Vandaag…?

Ik peil voorzichtig bij mijn man die druk bezig is de auto in te pakken met alle dozen die we elke keer opnieuw weer meeslepen naar die prachtige locatie in de bossen. Ook hij schrikt er een beetje van. In de auto praten en denken we er verder over na. Willen we dit? Kunnen we dit? Ons grootste bezwaar tegen het zelf vertellen van ons verhaal is dat het al zo lang geleden is. Het lukt mij niet meer goed om bij die hele diepe pijn te komen van toen. En het lukt hem niet meer goed om zich te herinneren hoe hij toen dacht. Voor ons is dat natuurlijk fijn; dát is wat genezing doet. Maar is ons verhaal nog geloofwaardig zonder dat we die dieptes kunnen verwoorden?

Dan vertellen we aan elkaar hoe bijzonder het is dat ons huwelijk hersteld is. Hoe dankbaar we nog altijd zijn voor wat God gedaan heeft. Dat we geroepen zijn om te blijven getuigen van wat Hij deed, of we ons nou alle dieptes en gedachten nog kunnen herinneren of niet. Ik pak pen en papier en samen formuleren we een aantal zinnen die een samenvatting geven van die intense, heftige en bijzondere jaren uit ons leven.

Aangekomen op de locatie, praten we erover door met het echtpaar met wie we deze dagen organiseren. We bidden met zijn vieren en leggen deze dag en ons verhaal in Gods handen. En een paar uur later staan we daar. Onverwacht en onvoorbereid. Ik ben supertrots op mijn man als hij het woord neemt voor al die echtparen die zo verlangen naar hoop en herstel. We vertellen allebei steeds een stukje van ons verhaal. En ja, natuurlijk zijn die emoties er dan toch ook weer. Niet zo diep en zo heftig als toen, maar ze zijn er wel. Omdat ik me ineens toch weer een beetje herinner hoe het toen was, maar misschien nog wel meer vanwege al die mensen die er vandaag zijn. Die medewerkster die ooit zelf met haar man de echtparendag bezocht, en nu alleen is. Die man die zo zijn best doet om er voor zijn vrouw te zijn, maar niet goed weet hoe dat moet. Die vrouw bij wie de tranen over haar gezicht stromen. Dat echtpaar dat samen door zo’n grote crisis heen gaat. En dat andere stel dat juist weer nieuwe hoop heeft gekregen. Wat een verlangen, hoop, wanhoop en gebrokenheid op één plek. Dat maakt zo klein, want wat kunnen wij, wat kan één verhaal doen?

En dan weet ik het weer. Eén ding hebben we allemaal gemeen. We hebben Hem nodig! Hij die onze angsten, verlangens, verdriet en schaamte kan doorgronden. Die troost, aanmoedigt, vermaant en begrijpt zoals geen lotgenoot of hulpverlener kan. Die herstelt, vergeeft en bevrijdt. Hij is erbij. Toen en nu. Voor ons, maar ook voor hen. En dat geeft hoop. Altijd.

Anita

Back To Top