Skip to content

Volkomen vergeving

Ik ben nogal vergeetachtig.
Dat is soms handig. Maar meestal niet. Vooral niet als je belangrijke dingen moet doen of onthouden.
Regelmatig word ik dus geconfronteerd met de gevolgen van deze vervelende eigenschap.
Onlangs gebeurde dat weer eens. Bij het pinnen. Nee, ik stond niet te piekeren wat mijn pincode ook alweer was. Dát kan ik gelukkig wel onthouden.
Mijn vergeetachtigheid was erger dan dat. Ik vergat – na het pinnen en het weer opbergen van mijn pinpas – het gepinde geldbedrag mee te nemen uit de geldautomaat. Tja…
Ik weet wat je nu denkt. Zo dacht ik ook over mensen die dit deden. Je moet wel ongelofelijk stom zijn om geld te pinnen, en het vervolgens te laten liggen. Zeker omdat het, ik durf het bijna niet te zeggen , niet de eerste keer was….

Met enige schroom biechtte ik deze stomme actie diezelfde dag nog tijdens het eten op aan mijn gezin. De uitspraken en grapjes zijn uiteraard niet van de lucht en ik doorsta het manmoedig, al zeg ik het zelf. Totdat een paar dagen later de grapjes maar blijven terugkomen en ik er niet goed meer tegenkan. Mijn gelatenheid wordt ergernis: “Ik de stommerik, de slechterik, en hij mijn man, degene die nu alles goed doet zeker??? Hoezo grapjes maken over geld wat ik heb verkwist? Jullie moesten eens weten wat….Weten jullie wel wat jullie vader allemaal… ???”

De gedachten buitelen door mijn hoofd. Bitterheid sijpelt erdoorheen en woede wurmt zich ertussen. Ik slik mijn tranen weg en klem mijn kiezen op elkaar, want ik wil niet dat dit eruit komt. Ik heb de keuze tussen alles spuien, in tranen uitbarsten of gewoon de kamer uitlopen. Maar ik kies niets. Ik wacht af, denkend dat het vanzelf wel weer wegzakt. Maar dan komt het allemaal tegelijk: de tranen, de bittere woorden. En als ik vervolgens wegloop, laat ik mijn man en kinderen, die met stomheid geslagen zijn, achter.

Je zou verwachten dat ik me opgelucht zou voelen na dit luchten van mijn hart. Maar niets is minder waar. Ik voel me nog verschrikkelijker dan zonet aan tafel. Waarom die bitterheid? Waarom die woedende woorden die ik niet heb tegengehouden? Ik heb mijn man vergeven. Toch? Of toch niet? Of misschien niet helemaal? Of niet voldoende?
Zodra ik alleen ben, denk ik na over wat er aan tafel gebeurd en gezegd is en ik praat erover met God. Dan begrijp ik het:  ik heb nog ‘vergevingswerk’ te doen. Die ene gebeurtenis die ineens op mijn netvlies gebrand stond voorafgaand aan mijn uitbarsting, heb ik blijkbaar nog helemaal niet vergeven. Ik dacht wel dat ik alles allang vergeven had, maar opnieuw blijkt dat mijn vergeving niet volkomen is.

Vrouwen stellen mij die vraag wel eens: Hoe weet ik nu of ik mijn man helemaal vergeven heb? Ik voel nog zo vaak woede en bitterheid, en als dat zo is: heb ik hem dan eigenlijk wel vergeven?
Ik herken die gevoelens dus ook: boosheid of bitterheid die weer bovenkomt zelfs nadat je vergeving hebt uitgesproken. Ik denk dat het menselijk is. Ik denk ook dat vergeven niet iets is wat je eenmalig kunt doen en wat daarna niet meer nodig is. Vergeven is een proces. Iedere keer wanneer bitterheid, boosheid weer om de hoek komt kijken, ga je opnieuw dat proces in waarin plaats mag zijn voor je pijn en waarin je de keuze mag maken om te vergeven. Als je dat doet, komt er ruimte om te genezen en om los te komen van bitterheid en woede.

Een paar jaar geleden had ik het idee dat, wanneer je dit maar vaak genoeg doet, je helemaal, volkomen, kunt vergeven. Inmiddels vraag ik me af of dat wel waar waar is. Kunnen mensen volkomen vergeven? Kan ik dat?
Ja, ik heb vergeven. Ik voel me zelfs vaak vergevingsgezind. Ik gun mijn man een nieuwe start, bent ontzettend blij met hem en onze vernieuwde relatie en heb nauwelijks meer behoefte om op een bittere manier het verleden op te rakelen. Maar soms… Zelfs 5 jaar nadat wij ervoor kozen om weer samen verder te gaan, zijn er zo af en toe nog momenten dat dat even helemaal weg is. Dat ik bitter ben en merk dat ik de behoefte om mijn man zijn verleden voor de voeten te gooien niet of maar nauwelijks kan weerstaan.
Volkomen vergeven? Ik merk dat ik dat nog niet kan, al hoop ik erop en werk ik eraan.

Volkomen vergeven. God zij dank kan God dat wel! Iedere keer wanneer wij in onze kerk aan het Avondmaal gaan, besef ik weer wat een ongelofelijk geschenk Hij aan ons gegeven heeft. Aan tafel horen we dan de woorden ‘dat Zijn bloed en Zijn lichaam gegeven zijn tot een volkomen verzoening voor al onze zonden’. Ik drink die woorden in, iedere keer: ‘volkomen verzoening voor al onze zonden’. Wat een wonder. Wat een geschenk! Als ik het tot mij door laat dringen, ontroert me dat intens, iedere keer weer.
Zó volkomen vergeven kan alleen God. Door het offer van Jezus. Zo volkomen vergeven heeft Hij mij. En ik ben daar zo dankbaar voor. Als Hij naar mij kijkt, denkt Hij niet meer aan al die keren dat ik verkeerde wegen opging, aan al die gebeurtenissen waarin ik met mijn woorden of daden anderen beschadigde of tekort deed, aan al die keren dat ik mezelf beter voelde dan een ander, aan… en zo kan ik nog wel even doorgaan. Voor Hem is het weg. Hij komt er niet meer op terug.

Ik ben een volkomen vergeven kind van Hem. En mijn man is dat ook. Dát is onze identieit, onze basis. En die basis heb ik nodig als ik stappen ga zetten om zelf anderen te vergeven. Vanuit de vergeving die God mij schonk, mag ik leren om mijn man te vergeven. Iedere keer weer opnieuw als dat nodig is. Of dat ooit volkomen wordt? Misschien niet. God weet het, en bij Hem laat ik die vraag ook maar.
Hij geeft wat nodig is om te vergeven én om om vergeving te vragen. Ik heb daarin nog veel te leren. Niet alleen als het gaat om vergeven, maar ook als het gaat om het vragen om vergeving. Laat ik dat maar eens gaan doen voor die bittere woorden die ik aan onze eettafel uitsprak. Het lukt me vast als ik denk aan die andere Woorden die werden uitgesproken aan die andere Tafel.

Anita

Back To Top